Naar aanleiding van 'de wijziging van het Activiteitenbesluit milieubeheer met betrekking tot gewasbescherming in glastuinbouw en open teelt' is er een discussie ontstaan of een drukregistratievoorziening voor alle spuitapparatuur noodzakelijk of in bepaalde gevallen onredelijk kan zijn. Om hier antwoord op te krijgen is het doelgroepenoverleg de gelegenheid geboden om alternatieven voor de drukregistratievoorziening uit te werken.
Met de doelgroepen is een intenstief proces doorlopen waarin niet alleen drift, maar ook andere emissieroutes als afspoeling van erven en uit- en afspoeling van percelen zijn besproken. Dit heeft geleid tot het besef dat naast drift-reductie meer nodig is om emissies naar oppervlaktewater te voorkomen. Vanuit het doelgroepenoverleg is daarom het initiatief ontstaan om een 'Hoofdlijnenakkoord gewasbescherming Open Teelten' op te gaan stellen. Naar verwachting komen aankomende voorjaar de uitkomsten hiervan openbaar.
Drift (verwaaiing) en het vervolgens neerslaan van gewasbeschermingsmiddelen op oppervlaktewater wordt bij neerwaarts spuiten bepaald door:
- de gebruikte spuitdop
- de gehanteerde spuitdruk
- de hoogte van de spuitboom boven het gewas
- de gehanteerde rijsnelheid
- eventuele aanvullende (fysieke) driftreducerende voorzieningen
- de windsnelheid bij toepassing van de middelen
Uit dit overzicht blijkt dat het handelen van de toepasser cruciaal is voor het uiteindelijke resultaat.
De algemene verplichting tot een drukregistratievoorziening blijkt echter weerstand op te roepen en dat er behoefte is aan keuzemogelijkheden. Daarnaast is ook vastgesteld dat spuitdoppen driftarm zijn bevonden bij een lage spuitdruk die echter niet gangbaar is in de praktijk. Daarnaast bleek dat circa 10% van het aantal gekeurde spuiten aanvullende driftreducerende voorzieningen heeft, waarbij een goede landbouwkundige toepassing in de regen in een afdoende driftreductie voorziet.
Dit heeft geleid tot de volgende invulling:
- Spuitdoppen die driftarm zijn bij een spuitdruk tot 2 bar worden niet meer in de lijst met 'driftreducerende doppen' vermeld omdat het niet aannemelijk is dat deze in de landbouwpraktijk bij de juiste spuitdruk gebruikt worden.
- Voor spuitdoppen die driftarm zijn bij een spuitdruk van 2 tot 3 bar, en voor 'luchtvloeistofmengdoppen', is een drukregistratievoorziening vereist.
- Voor spuitdoppen die driftarm zijn bij een spuitdruk vanaf 3 bar en voor spuitapparatuur met aanvullende driftreducerende voorziening is geen drukregistratievoorziening vereist omdat deze dan niet of minder doelmatig is.
- Als alternatief voro de drukregistratievoorziening kan bij gebruik van spuitdoppen die driftarm zijn bij een spuitdruk van 2 tot 3 bar, en voor luchtvloeistofmengdoppen, een verdubbeling van de in het Activiteitenbesluit vereiste teeltvrije zone worden toegepast.
Deze invulling biedt agrarische ondernemers en loonwerkers de gewenste keuzemogelijkheden. Ondernemers hebben logischerwijs tijd nodig om afhankelijk van hun specifieke omstandigheden een keuze te maken en deze uit te voeren. 2019 is daarom een overgangsjaar. De informatie over driftreducerende doppen en technieken op de site van de Helpdesk Water wordt conform bovenstaande invulling aangepast, zodat helder is binnen welk kader driftreductie invulling kan krijgen. Overzichten van doppen en technieken worden periodiek aangepast op basis van de stand der techniek. Nog onderzocht moet worden of de bereikte bestuurlijke overeenstemming voor de alternatieve invulling aanpassing van het juridisch kader vereist, en of dit door middel van aanpassing van het Activiteitenbesluit milieubeheer of van het Besluit activiteiten leefomgeving geëffectueerd dient te worden.
Binnen het doelgroepenoverleg wordt een handhavingsprotocol ontwikkeld. Dit voorziet ook in situaties waarin een ondernemer een verplichting tot de aanschaf van een nieuwe landbouwspuit, aanvullende techniek of drukregistratievoorziening aan gaat, maar levering niet in 2019 kan plaatsvinden. Hierbij is afgesproken dat bedrijven die aantoonbaar investeren dit in 2020 kunnen uitvoeren. Onderdeel van het handhavingsprotocol is dat bevoegd gezag ondernemers in 2019 zal wijzen op de nieuwe voorwaarden, indien een in de praktijk aangetroffen landbouwspuit nog niet voldoet aan het vastgestelde kader.
Bron: RVO