Minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft op 23 augustus jongstleden een aantal tijdelijke maatregelen afgekondigd naar aanleiding van de extreem droge zomer van 2018. Deze maatregelen verschillen per grondsoort. Daarom geven we in dit artikel een overzicht van de maatregelen per grondsoort.
Bemestingsmaatregelen op klei- en veengrond
Op klei- en veengrond zijn de volgende maatregelen van toepassing:
- Op grasland mag tot en met 30 september drijfmest en vaste mest uitgereden worden
- Op bouwland mag het gehele jaar vaste mest uitgereden worden
- Drijfmest op bouwland mag onder de volgende voorwaarden tot en met 15 september worden uitgereden (indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, mocht dit maar tot uiterlijk 31 juli):
- Als uiterlijk 17 september winterkoolzaad voor de zaadwinning wordt geteeld
- Als er in het najaar bloembollen worden geplant
- Als uiterlijk 17 september een groenbemester wordt geteeld. Op kleigrond moet deze minimaal 8 weken blijven staan. Op veengrond tot minimaal 1 december. Eventuele extra stikstofgebruiksruimte voor de groenbemester zoals deze normaal gesproken ook mag worden gebruikt, blijft van toepassing.
Graslandvernieuwing op klei-en veengrond
Grasland scheuren mag normaal gesproken tot en met 15 september. In 2018 is dit ook toegestaan van 16 september tot en met 30 september. De volgende voorwaarden zijn dan van toepassing:
- Minimaal 7 dagen voordat het grasland wordt gescheurd, moet je dit melden op rvo.nl als ‘vrijstelling droogteherstel’. Dit kan dus uiterlijk tot en met 23 september.
- Uiterlijk op 1 oktober moet het perceel weer worden ingezaaid met gras
Bemestingsmaatregelen op zand- en lössgrond
Op zand- en lössgrond zijn de volgende maatregelen van toepassing:
- Op grasland mag tot en met 15 september drijfmest en vaste mest uitgereden worden
- Op bouwland (met uitzondering van maïs) mag onder de volgende voorwaarden tot en met 15 september drijfmest en vaste mest uitgereden worden (indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, mocht dit maar tot uiterlijk 31 juli):
- Als uiterlijk 17 september winterkoolzaad voor de zaadwinning wordt geteeld
- Als er in het najaar bloembollen geplant worden
- Als uiterlijk 17 september een groenbemester wordt geteeld. Deze groenbemester moet een soort zijn zoals ook na de teelt van maïs verplicht is. Deze staan in tabel 10b van RVO. De groenbemester mag pas na 1 december worden omgeploegd. Eventuele extra stikstofgebruiksruimte voor de groenbemester zoals deze normaal gesproken ook mag worden gebruikt, blijft van toepassing.
Graslandvernieuwing op zand- en lössgrond
Grasland scheuren voor graslandvernieuwing is onder voorwaarden toegestaan tot en met 20 september. De volgende voorwaarden zijn van toepassing:
- Minimaal 7 dagen voor het scheuren moet je dit melden op rvo.nl. Dit kan dus uiterlijk 13 september worden gedaan.
- Het gras moet 21 september weer zijn ingezaaid
- Voor de overige voorwaarden moet onderscheid gemaakt worden tussen bedrijven met en zonder derogatie:
- Bedrijven met derogatie moeten bij het aanmelden gebruikmaken van de optie ‘graslandvernieuwing derogatiebedrijven’. Er dient een korting op de minerale stikstofgebruiksnorm van 50 kg per gescheurde hectare grasland te worden toegepast.
- Bedrijven zonder derogatie moeten bij het aanmelden gebruikmaken worden van de optie ‘vrijstelling droogteherstel.’ Zij krijgen niet te maken met een korting op de gebruiksnorm.
Verplicht vanggewas na maïs
Het is verplicht om na de teelt van maïs op zand- en lössgrond aansluitend een vanggewas te telen. Als de maïs voor 16 september geoogst is, dan mag het inzaaien van het vanggewas tot en met uiterlijk 17 september. Na 1 februari 2019 mag het vanggewas worden gescheurd.
Bron: Countus