Het bedrijf van Jo, Marie-José en Mark Mertens wordt begin 60er jaren opgericht door Funs Mertens, vader van Jo. Voor die tijd melkt de vader van Funs nog rustig zijn koeien. Alle landwerk wordt in die tijd nog met behulp van paarden gedaan. Ook als de eerste tractoren op de markt komen.
Hij wil niks weten van die nieuwe hulpmiddelen. Funs Mertens begint zijn carrière met een Allgaier tractor met maaibalk en mestvat. In 1966 koopt hij een 1800 liter vacuümvat van Welgro, het eerste in Zuid-Nederland. Ook worden er twee Massey Ferguson graaflaadcombinaties aangeschaft om een beetje diversiteit in het werk te verkrijgen. In 1968 worden deze ingeruild voor twee Liebherr mobiele kranen.
Omdat de opraapwagens van het bedrijf een minder goede snij-inrichting hadden, kiest Funs ervoor om een Welgo werktuigendrager aan te schaffen met een Feraboli hakselaar. Deze wordt het jaar erna alweer ingeruild voor een New Holland 1770.
Eind jaren 70 is het bedrijf verder uitgegroeid tot een van de grootste in de Euregio, met drie New Holland 1880 hakselaars, vijf Schuitemaker silagewagens, één Fristein en diverse Mengele opraapwagens en diverse Ford tractoren. Toentertijd had het bedrijf drie Ford County’s in gebruik. Ze worden hoofdzakelijk ingezet in het grondverzet voor de gronddumper en bij het aanrijden van het gras en maïs.
Begin jaren 80 besluit vader Funs Mertens te stoppen met het hakselen van gras, in die tijd komen er goede kuilverdelers op de markt dus het verdelen van de opraapwagens wordt makkelijker. Ondertussen rijden ze bij Mertens met twee Taarups, deze wagens hebben een degelijke snijinrichting waardoor het verschil met hakselen kleiner is. Een andere reden om te stoppen met het hakselen waren de onderhoudskosten van hakselaar. Doordat in Zuid-Limburg veel stenen in de grond zitten wordt er regelmatig een steen mee gehakseld, met de nodige (zware) slijtage tot gevolg.
Ook het grondverzet maakt een grote sprong. Grote klussen die 40 kilometer over de landsgrenzen in België liggen worden zonder blikken of blozen aangenomen. Van Schinveld tot diep in de Eifel tot 40 kilometer Wallonië in, overal kom je de werknemers van Mertens tegen. Het grondverzet komt begin jaren 90 in een stroomversnelling terecht. Het wagenpark bestaat uit drie Liebherr rupskranen van rond de 25 ton, vijf dumpers, één Caterpillar bulldozer en vier minigravers tot 8 ton.
Het loonbedrijf groeit in de jaren 90 ook uit tot een volwaardig bedrijf. Met de 14 Ford trekkers, onder andere een 9600, 9700, 8210, 8630, 8730 en TW 25, worden heel wat hectares weggewerkt.
Bij Mertens draaiden ze toentertijd hun handen niet ervoor om, om nieuwe uitvindingen te bedenken. Zo is Funs Mertens degene die wikkelfolie in Nederland introduceert. Hij heeft destijds het concept gezien in België. Hij dacht, dat moet hier ook kunnen maar hier in Nederland is geen wikkelfolie te krijgen. Op aandringen van Funs heeft Vissers Holland er toen voor gekozen om de wikkelfolie te gaan importeren.
Omdat de mannen van Mertens vroeger lange dagen maakten en tot diep in de herfst door moesten rijden om alle maïs van het land te krijgen, was het vaak erg koud op de tractoren. Hier hadden ze ook een oplossing voor. Je neemt een sloopauto, in dit geval een DAF, je sloopt hier de verwarmingsunit uit en bouwt deze onderste boven op het dak van de Ford. Probleem opgelost!
New Holland hakselaars
Bij Mertens zijn ze vanaf 1974 trouw gebleven aan de New Holland hakselaar. De drie NH 1880 3-rijige hakselaars komen in ’74 in dienst en blijven de komende jaren op het bedrijf. Omdat de capaciteit van de hakselaars nog niet groot is, worden er veel uren gemaakt. “Bij de drie hakselaars werd iedere zondagavond de olie afgelaten, voorgeschreven was om de 100 uren, maar daar kwamen ze vrij kort bij.”, weet Jo zich nog te herinneren.
New Holland brengt in 1977 een verbeterde versie uit van hun hakselaars: de NH 1895. Dit is de eerste hakselaar die een ingebouwde metaaldetector heeft. Een jaar later ruilen ze de drie 1880 modellen in voor twee nieuwe New Holland 1895. Eén van de machines heeft een hele tijd met een rij-onafhankelijke Kemperbek rondgereden. Drie jaar later wordt één van de 1895’s ingeruild voor een 1900. De 1900 was in diverse uitvoeringen te krijgen, maar bij Mertens kozen ze voor de DAF-motor met 280 pk. Met de 1900 wordt alleen nog maar maïs gehakseld.
In 1987 komt een einde aan het tijdperk van het 1895-model. Naast de 1900 wordt er een S2200 aangeschaft. Aan de NH S 2200 hangt de eerste jaren een Claas 6-rijige maïsbek en later een 6-rijige Kemper maïsbek. Na 11 jaar hebben beide hakselaars hun best gedaan en worden ze met pensioen gestuurd. De twee maken plaats voor één New Holland FX 450. Deze machine heeft 13 jaar dienst gedaan en bijna alle jaren heeft er een 8-rijige Kemperbek aan gehangen. Totdat de Jubileum FR 9060 in 2011 om de hoek komt kijken. Deze machine hebben ze vandaag de dag nog en deze wordt uitsluitend gebruikt bij de maïsoogst. Een FX 58 wordt alleen ingezet in het gras.
Wilt u meer van deze berichten? Vraag dan een proefabonnement aan!