Hennepteelt groeit in Nederland. Gezien de ambities rondom biobased bouwmaterialen is de groei ook wenselijk. Met enkele aanpassingen aan het machinepark, vooral rondom de oogst, is hennep goed in te passen in een bouwplan. Toch is de teelt niet zomaar een één-twee-drietje. Vooral omdat de voorbereiding cruciaal is. “Als er sprake is van een storende laag, zie je dat terug in het gewas en heb je ook een matige oogst.”
Akkerbouw- en loonbedrijf Stevens uit het Oost-Groningse Wildervank teelt al drie generaties hennep. Inmiddels staat er zo’n zeventig hectare van het gewas op het bedrijf. De hoofdteelten zijn zetmeelaardappelen en suikerbieten. Granen en hennep maken onderdeel uit van de teeltrotatie van één-op-zeven. Hennep wordt door Stevens benaderd als een rustgewas, dat dankzij Ecoregelingen ook het hoogste saldo geeft. “Vaak telen we hennep na de aardappelen en vóór de suikerbieten”, vertelt Olrik Stevens. “Dit vooral omdat hennep aardappelopslag onderdrukt en behoorlijk diep doorwortelt. Het is in die zin een echte bodemverbeteraar. In combinatie met Japanse haver zien we een volgend jaar echt wel minder vermeerdering van aaltjes. Het gewas wortelt zeer diep, zorgt daarmee voor een goede structuur en ruimt goed op.”
Storende laag
Stevens merkt echter wel dat de plant zelf ook om een goede structuur vraagt. Storende lagen betekent een matige opkomst en een mindere oogst. Het is een bekend gegeven, aldus Bart de Vries, die namens verwerker HempFlax voornamelijk telers in het buitenland begeleid. “Hennep is gevoelig voor een slechte bodemstructuur. Vaak denken nieuwe telers dat het gewas moeiteloos in een rotatie in te passen valt. En dat is ook wel waar, als je maar een goede zaaibedbereiding hebt. Dan komt hennep snel en ongeremd op. De toplaag moet fijn zijn, voor een goed bodemcontant, maar ook niet te fijn, omdat je het dan het risico hebt dat de grond dichtslaat bij de eerste de beste regenbui.”
De Vries: “Hennep is een semitropisch gewas, dat bij voorkeur gezaaid is in warme grond van zo’n tien tot twaalf graden. Na het kiemen maakt hennep snel een penwortel, maar gaat vervolgens horizontaal groeien bij een storende laag. Hij haalt dan de voeding uit de eerste vijf, zes centimeter, maar stagneert dan in opkomst. Dan zie je goed terug in het veld. Is er geen sprake van een storende laag, dan weet de wortel zelf zijn weg naar de nutriënten te vinden en dan heb je er geen omkijken naar. Het is in die zin wel degelijk een laagdrempelig gewas. Hennep verbetert de structuur, kent een laag financieel risico, heeft een weerbaar teeltsysteem, is klimaatbestendig, geeft onder verschillende omstandigheden een stabiele opbrengst en heeft geen chemie nodig.”
Teelt en mechanisatie
Hennep kan voor verschillende doeleinden zijn geteeld. Voor zaadvermeerdering, vezel en hout. Daar zijn diverse rassen voor beschikbaar. Het moment van oogsten is wel belangrijk. Het gewas is geoogst voor zestig centimeter tot zeventig centimeter stengel. De bastvezel bestaat voor 25 procent uit vezels, 55 procent uit hout en de rest is stof. Van het hout maakt HempFlex strooisels voor dieren.
Oogsten van hennep
Medio augustus begint de oogst. Er wordt in een tijdspanne van maximaal twee tot drie weken volop gemaaid. Deze korte tijd is nodig omdat de stengels twee tot drie weken in zwad op het land blijft liggen. Door dauw en regen gaat het product verweren. Het zwad is twee of drie keer omgekeerd. De controle op het verweringsproces is belangrijk, het zogenoemde roten. Gaat het gewas in plaats van roten rotten dan ben je die controle kwijt. Dit gaat ten koste van vezelkwaliteit. Na die twee of drie weken roten op het land, is het product in balen geperst.
CANN Crop Solutions heeft speciaal voor de hennepteelt een aangepast maaibord voor hakselaars. CANN is het resultaat is van een samenwerking tussen hennepverwerker HempFlex uit Oude Pekela en John Deere-dealer GroeNoord. Basis is een Kemper-maaibek. De invoerrollen zijn aangepast aan de lengte van het gewas, maar het grote verschil zit in de kooi. Die draait met een lager toerental dan bij gras of mais. En dat er maar één mes in zit is bijzonder, maar wel nodig om het gewas op de ideale lengte af te snijden. De pijp zit vlak achter de kooi, waardoor de stengels niet door de hakselaar gaat, maar op zwad wordt gelegd.
Groeicurve
HempFlax heeft in Oude Pekela en Duitsland fabricagelijnen om de vezel, die gerekend wordt tot de sterkste natuurlijke vezel, te verwerken tot isolatiemateriaal. In Nederland, Duitsland en Roemenië heeft HempFlex inmiddels zo’n 3312 hectare onder contract. “Dat is voor ons een record”, vertelt directeur Mark Reinders. “We zitten op een groeicurve. We hebben vijf miljoen euro geïnvesteerd in de productielocatie in Oude Pekela. Er zijn meer telers nodig om gewassen te telen voor de zogenoemde BuildingBalance, waarbinnen miljoenen worden vrijgemaakt om biobased bouwmaterialen te stimuleren. We hebben het dan over teelten als vlas, miscanthus, tarwestro en hennep. In totaal moeten er ongeveer vijftigduizend hectare van deze gewassen worden verbouwd.” Met het verhogen van de ecowaarde van 129 naar 720 euro per hectare, dankzij landbouwminister Piet Adema, komt hennep nog meer op de kaart.
CO2-certificaten
De CO2-certificaten kunnen een extra stimulans zijn om hennep te gaan telen. “Waar bijvoorbeeld de suikerbiet kortcyclus is, legt hennep CO2 voor 75 jaar vast.” Reinders vertelt dat de eerste honderdvijftig CO2-certificaten inmiddels zijn verkocht aan Van Wijnen Bouw, door middel van een poolconstructie. “Doel is dat de opbrengsten na aftrek van de kosten terugvloeien naar de teler.”
Omdat RVO vanwege de canabiswetgeving veel controles uitvoert, is het voor de teler ook belangrijk om de etiketten van het zaaigoed goed te bewaren. Voor opnieuw inzaaien moet een schriftelijke aanvraag zijn ingediend. Voor die inspanningen, goede zaaibedbereiding en aanpassing rondom de oogst krijg je een drie jarige teelt met een gunstige uitbetaling terug. Teler Stevens in Wildervank maakt dat de uitkomst van de optelsom van voordelen dat zijn areaal met hennep licht groeit. Naast akkerbouw is loonwerk een belangrijke poot onder het bedrijf. “De oogst vindt voor ons zin een mooie periode plaats. Vanaf half augustus zijn we met twee hakselaars korte tijd 24 uren per dag bezig om alles op alles te zetten om het gewas binnen te krijgen. Dan moeten we ook niet twijfelen, maar doormaaien. Hoe later je in het seizoen komt, hoe moeilijker het gaat.”
Tekst en beeld: Martin de Vries