Akkerbouwbedrijf Parlevliet Agro in de Frederica-polder bij het Zeeuwse Rilland was eind september, het toneel voor de jaarlijkse Nationale Ploegkampioenschappen. En dat is niet toevallig, want als je zo’n evenement op je bedrijf ontvangt moet je zelf ook wel iets met ploegen hebben. Gastheer Jan Parlevliet legt uit wat ploegen voor hem betekent.
De ploegwedstrijden vonden plaats op een lichtere deel en de ploegers leverden in het algemeen mooi ploegwerk en waren positief over de ploegbaarheid van de grond. Een enkeling had wel moeite om de groenbemester (bladrammenas) er goed onder te krijgen, maar dat is ook juist een van de uitdagingen van ploegwedstrijden. Een eindje verderop was een medewerker van Parlevliet met een zevenschaar Kuhn Vari-Leader, een halfgedragen wentelploeg, op de zware grond aan het ploegen en dat was duidelijk andere koek. Bij het afploegen van de wendakker kwamen er twee flinke trekkers aan te pas, maar desondanks kwam het wel mooi gekeerd op wintervoor te liggen.
Wedstrijdploegen
Vanwaar Parlevliets band met het ploegen? “Dat ik de ploegwedstrijden hier toelaat komt mede omdat ik vroeger zelf ook aan wedstrijdploegen heb gedaan”, zegt Jan Parlevliet. “Zowel op regionaal als provinciaal niveau, het hoogst behaalde resultaat was Nederlands kampioen drieschaar wentel in 1990. Door het feit dat ik vroeger zelf ook heb helpen organiseren weet ik dat het vinden van voldoende land altijd een probleem was, want met alle categorieën zijn het wel rond de honderd deelnemers.”
De oorsprong van het Zeeuwse akkerbouwbedrijf ligt in Noord-Holland. Aanvankelijk boerde Parlevliet namelijk in de Haarlemmermeer, totdat daar vanuit de woningbouw interesse kwam voor hun gronden. De gronden zijn in 2007 verkocht, maar nog niet afgenomen zodat in de Haarlemmermeer ook nog altijd door Parlevliet Agro geboerd wordt.
Boeren op twee locaties
In 2008 kwam de Frederica-polder in beeld voor aankoop en dat is uiteindelijk gelukt, zodat ze nu dus boeren op twee locaties. Hier boert hij nu met zijn zoon Jur op een driehonderd hectare groot akkerbouwbedrijf. De polder is rond 1850 vanuit de Westerschelde ingepolderd en in vergelijking met de Haarlemmermeer is de samenstelling van de grond minder egaal, van zavel tot zeer zware klei met een afslibbaarheidsgehalte dat varieert van twintig tot zeventig procent. De vochthoudende grond is weinig droogtegevoelig en dat is in deze omgeving wel een belangrijk aspect omdat ze hier niet kunnen beregenen vanwege het hoge zoutgehalte, zo dicht aan de zee. Verder heeft het voor Zeeuwse begrippen een hoog humus- en een hoog kalkgehalte.
Door de voor ploegen
Wel zegt hij dat ze inmiddels op hun eigen bedrijf minder zijn gaan ploegen en daarvoor in de plaats het land bewerken met een paragrubber of bouwvoorlichter. Ten opzichte van het ploegen noemt hij dat hij met de paragrubber meer capaciteit heeft en dat het daardoor sneller gaat en dat hij daarmee ook brandstof bespaart. Daarbij vindt hij ook dat de grond daarmee draagkrachtiger blijft. Ploegen doet hij als de grond erg nat is of als er veel gewasresten moeten worden ondergeploegd, bijvoorbeeld na suikermais en luzerne. Ze ploegen tot een diepte van 27 tot 28 centimeter.
Ze hebben ook plannen gehad om een eco-ploeg aan te schaffen, want de tendens is naar ondieper ploegen om gewasresten beter te laten verteren, maar met de huidige ploeg van Kuhn kunnen ze ook ondieper ploegen. Ook is er de mogelijkheid om met de halfgedragen wentelploeg bovenover of on-land te ploegen, maar die ervaring moeten ze nog opdoen. Desalniettemin zijn ze van mening dat ze op de zware grond eigenlijk beter door de voor kunnen ploegen omdat ze daar meer grip hebben.
Brede variatie
Op hun bedrijf telen ze een brede variatie aan gewassen: meest consumptieaardappelen, en daarnaast een kleinere oppervlakte pootgoed. Met hun aardappelen proberen ze wel zoveel mogelijk de zwaarste percelen te omzeilen. Met hun machinepark doen ze in grote lijnen alle werkzaamheden zelf, enkel het zaaien en rooien van uien en het rooien van de suikerbieten wordt door een loonwerker gedaan.
Naast de aardappelen telen ze dus suikerbieten en uien, maar ook granen, vlas, suikermaïs, luzerne en timothee gras. De laatste twee zijn voor drogerij Timmerman in Kortgene. Naast het saldo, dat vergelijkbaar is met tarwe, is het ook een natuurlijke onkruidonderdrukker en is het als vlinderbloemig gewas ook een bodemverbeteraar. Ze hebben goede contacten met hun buurman, het veredelingsbedrijf Limagrain, dit bedrijf huurt ook regelmatig land van Parlevliet voor de vermeerdering van graangewassen en uien. Niet vreemd dus dat Limagrain, samen met nog enkele bedrijven als Kuhn en New Holland, ook met een stand vertegenwoordigd op de kampioenschappen.
Want de boer die ploegt voort. Letterlijk.
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Hendrik Begeman