Met de CrossMaster breidt machinebouwer Vegniek uit Emmeloord haar productenpakket uit met een oerdegelijke zaaibedbereider. Het is een machine met een stabiele loop, of het nu gaat om hele lichte zandgrond of zware klei. Dankzij het goed uitgedachte concept wordt er overal een supervlak zaaibed gelegd.
Naar aanleiding van vragen uit de markt is Vegniek begonnen met de ontwikkeling van een eigen zaaibedbereider. Het aanbod van een dergelijke machine blijkt in de praktijk beperkt. Bovendien denkt Vegniek dat een zaaibedbereider goed past in het eigen aanbod van onder andere woelers, cultivators, bodembeluchters en looftrekkers. “Op basis van bestaande concepten hebben we wel een idee hoe een zaaibedbereider het beste functioneert,” vertelt directeur Erik van der Vegt van Vegniek.
Het resultaat is de CrossMaster. Het eerste seizoen van de nieuw ontworpen machine staat in het teken van testen en ervaring opdoen. Pas als de machine volledig klaar is voor de praktijk, wordt deze op de markt gebracht. Voor de CrossMaster is nu het moment gekomen. Het ‘Vegniek-sausje’ zit volgens Stan Koning van de machinebouwer in de wijze van bouwen. “Daarbij is niet de machine, maar het eindresultaat het uitgangspunt. Het gaat uiteindelijk om het werk dat de machine aflevert, waarmee de teler het beste resultaat behaalt.”
Een degelijke machine
Volgens Koning is de CrossMaster een degelijke machine waarbij de snelheid van de trekker de kwaliteit van het zaaibed bepaalt. Voor het demomodel is gekozen voor een uitvoering met ganzenvoetschoffels die de grond vlak maken. Bovendien is de zaaibedbereider uitgevoerd met triltanden, maar afhankelijk van de grondsoort kunnen hier variaties op worden gemaakt. “Op welke grondsoort je de bewerking ook uitvoert, het eindresultaat moet zijn dat de grond los, vlak en zo goed mogelijk verkruimeld is. Met diepte kun je daarmee spelen.”
Machine in twee fasen
Uitgangspunt van de CrossMaster is een zaaibedbereiding in twee fasen. Het voorste werktuig moet ervoor zorgen dat de grond goed vlak gemaakt wordt. Hierbij moeten grote kluiten stukgemaakt en verdeeld worden. “Voorop zit een koppensneller, waarmee we de kluiten eraf steken. We maken gebruik van punten omdat daarmee de kans groter is dat een kluit breekt,” legt Erik van der Vegt uit. Collega Koning vult hem aan: “Met tanden is bovendien de krachtverdeling van de machine mooier. Deze klapt veel minder, omdat de kracht langzaam wordt opgebouwd.”
Achter de koppensneller zit de ganzenvoetschoffels. Afhankelijk van de grondsoort kunnen deze op de juiste diepte worden afgesteld. “De afstelling moet zo eenvoudig mogelijk zijn. Als die te ingewikkeld is, is onze ervaring dat de teler dat niet gaat doen. Hiermee wordt niet alleen het resultaat minder, je loopt ook het risico dat de machine op de langere termijn niet meer gebruikt wordt. Daarom moet alles makkelijk instelbaar zijn,” aldus Van der Vegt.
Na de ganzenvoeten heeft Vegniek gekozen voor een verkruimelrol die nog kluiten stuk hakt. Uniek is de keuze voor een egalisatieplateau. Dit is eigenlijk een schuifbord dat de grond verdeelt tussen de gaten. Vooral de keuze voor een extra plaat boven het plateau is uniek. “Grote kluiten worden over het egalisatieplateau geworpen en blijven in de machine lopen tot ze helemaal stuk zijn.”
De bovenste laag wordt echt losse grond
Achter de trekker hangt in het frame een rij ganzenvoeten. Het zijn V-vormige beitels die ook weer eenvoudig in diepte instelbaar zijn. De gebruiker kan in werkdiepte variëren tussen de nul en vijftien centimeter, maar volgens Van der Vegt wordt er doorgaans gekozen voor vijf centimeter. “Met deze rij ganzenvoeten snijden we de toplaag los, met als resultaat dat de bovenste laag echt losse grond wordt.”
Achter de ganzenvoeten hangt wederom een verkruimelrol die de kluiten stuk slaat. Ook hier is weer een extra plaat aangebracht. “De grond moet eronderdoor kunnen, anders gaan ze eroverheen en worden ze nog een keer vermalen.” Na de verkruimelrol voorziet Vegniek in vier rijen met triltanden, die de grond weer wat stuk slaan. Aan het einde is een hydraulisch instelbaar egalisatiebord. “Het is uiteindelijk de chauffeur die bepaalt hoeveel grond hij meepakt, zodat je alle gaten in de grond ook goed vult. Voordeel is dat je door het instellen van het egalisatiebord ook onder wisselende omstandigheden een zo vlak mogelijk zaaibed creëert. Je kunt daar veel mee variëren en spelen.”
Aan het einde zit een zogenoemde Crosskill-rol. Die drukt de grond nog een keer extra goed aan, maar zorgt er wel voor dat er voldoende ruimte is voor de capillaire werking van de grond.
Maatwerk naar wens
Volgens Stan Koning is de machine zo gebouwd dat op de akker de grond goed door de machine gaat. Op de kopakker kunnen de werktuigen omhoog worden getrokken, zonder dat er bulten ontstaan, wat bij andere zaaibedbereiders nogal eens het geval is.
Bewust is gekozen om alles hydraulisch uit te voeren, maar een uitvoering waarbij alles handmatig wordt afgesteld is naar wens ook mogelijk. “Voordeel van hydraulisch is dat de chauffeur vanuit de trekker kan kijken welk werk hij levert.” Een zaaibedbereider volledig automatiseren is lastig. “Dat komt omdat het bepalen van de werkdiepte van groot belang is en dat is met een sensor lastig. We hebben de machine wel zo ontworpen dat onderdelen kunnen worden vervangen door hydraulische of elektrische hydraulische varianten,” legt Van der Vegt uit.
Extra voordeel van de zaaibedbereider is dat polletjes gras ook kapot worden geslagen in de verkruimelrol. Die komen bovenop de grond te liggen en drogen zodoende uit, zonder het risico op her groei.
Unieke onderdelen van de zaaibedbereider
Van der Vegt en Koning zien de extra plaat boven het egalisatieplateau en de koppensneller voorop als unieke onderdelen van de zaaibedbereider. “Het bedieningsgemak is bij een dergelijke machine cruciaal, dus hebben we bij de ontwikkeling veel aandacht besteed aan de eenvoud van de afstelmogelijkheden. Dat maakt dat het prettig is om met deze machine te werken.”
Voor de 4,5 meter variant (de CrossMaster 450) is een trekker met een vermogen van honderdtachtig pk in principe voldoende. “Uiteindelijk zijn het de omstandigheden en de rijsnelheid die vermogen kosten. In principe kan het ook met een lichtere trekker, maar zescilinders zijn toch wel een vereiste.” De frontuitvoering is drie meter, maar een smallere uitvoering is ook mogelijk. Ook de achteruitvoering kan in principe een werkbreedte van drie meter krijgen. “Dat hangt puur af van de vraag. We leveren uiteindelijk maatwerk,” benadrukt Erik van der Vegt. “We denken nu dat we een zeer complete machine hebben. Maar door de ervaring op verschillende grondsoorten zullen er vast en zeker aanpassingen worden gedaan of opties bij komen. Eigenlijk geldt dat voor alle machines die wij voor de grondbewerking bouwen.
Doordat de CrossMaster modulair is opgebouwd kunnen we de verschillende onderdelen ook eenvoudig aanpassen.” Stan Koning merkt daarbij op dat daarin ook de kracht schuilt van Vegniek. “We luisteren goed naar de wensen van de klant en halen eruit wat wij ook van nut achten. Zo krijg je een toepassing die zo dicht mogelijk bij de praktijkervaring van de klant staat.”
”Voor iedere teelt waar vlak zaaibed gewenst is”
De CrossMaster zal zaaibedden bereiden voor teelten als uien en bieten, maar kan ook vóór het poten van aardappelen worden ingezet. Ook mais behoort tot de mogelijkheden. “Eigenlijk voor alle teelten waarbij je een vlak zaaibed wilt,” aldus Van der Vegt. “Met de CrossMaster zijn wij ervan overtuigd dat je ook onder moeilijke omstandigheden een honderd procent vlak zaaibed kunt creëren, omdat de kracht zit in het goed en gecontroleerd egaliseren.”
Van der Vegt stipt ook nog het creëren van een vals zaaibed als mogelijkheid van de CrossMaster aan. “Komende jaren zien we grote uitdagingen op ons afkomen doordat het middelenpakket steeds schraler wordt.’’
De CrossMaster heeft als voordeel dat je in korte tijd veel land vlak kunt klaarleggen. “Dit jaar gaan we verder met testen, maar we hebben een machine die voor 95 tot 99 procent klaar is. De laatste stukjes zitten met name in de klant specifieke wensen. We gaan daarmee nu echt ervaring opdoen. De CrossMaster kenmerkt zich door de degelijke bouw, waardoor je ook het benodigde gewicht voor de grondbewerking creëert. Daarbij is de look nog een extra puntje. Deze machine ziet er netjes en strak uit, de CrossMaster smoelt en dat is ook een voordeel.”
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Vegniek