De Vlaamse machinefabrikant Dewulf is uiteraard bekend in België. Maar ook in de rest van Europa en zelfs wereldwijd heeft het bedrijf klanten. De eerste twee exemplaren van de nieuwste versie van de ZKIVSE-wortelrooier werden recent afgeleverd in Canada en Frankrijk. de Loonwerker ging langs in Roeselare en bekeek er hoe deze machines geproduceerd worden.
Een persbericht dat meedeelde dat de tweede generatie van de ZKIV-wortelrooier het daglicht zag, vormde de aanleiding om het productieproces in detail te gaan bekijken. Florin Decoster (marketing), Thomas Decan (productieverantwoordelijke) en Vincent Holvoet (productmanagement) maakten tijd om ons wegwijs te maken. Decoster legt ter introductie uit dat het productieproces van de ZKIV afwijkt van dat van de aardappelmachines. Voor die laatsten worden de kleinere onderdelen eerst in elkaar gezet in de voormontage waarna ze naar de grote hal komen waar alles op chassis gezet wordt in zeven stations. Bij de ZKIV wordt alles stationair gedaan op één locatie.”
ZKIV nooit op stock, altijd op vraag
Van de rooiers die de fabriek verlaten is tachtig procent een aardappelrooier en twintig procent een wortelmachine. Bij de aardappelrooiers zijn er zeven stations met meestal twee mensen en die maken meestal hetzelfde per station. Ook de kleinere wortelrooiers worden hier gemaakt. Sommige daarvan gaan na vier dagen buiten, deze grote ZKIVSE vraagt eerder vier of vijf weken werk.
Het moment van productie van de ZKIV hangt af van de klant. Als er twee orders zijn binnen korte tijd, dan bundelen we die maar anders niet. Na bestelling rekenen we zes weken voor de onderdelen en vijf voor het assembleren. We voorzien ook een week buffer. Maar deze timing kan enkel indien de machine al in onze forecast zit. Anders zou het veel langer duren om een motor of de rupsen te leveren. Wat wel compenseert is dat de motor dezelfde is als die in onze Enduro. Daarnaast is er ook nog een wachtrij die we respecteren. Dus een nieuwe ZKIV zal ongeveer na zes tot negen maanden na bestelling bij de klant staan.”
Tien jaar na de eerste versie
De nieuwe ZKIV komt er tien jaar na de eerste versie. Volgens Vincent Holvoet zijn er twee belangrijke redenen hiervoor. “Enerzijds mikken we op nieuwe markten. De eerste versie richtte zich op de verse markt, wortelen die onmiddellijk in kisten worden bewaard. Die gaan onmiddellijk naar de koeling en om die lang te kunnen bewaren heb je bijna vijftig procent aarde nodig in de kist. Dus die machine hoeft niet zoveel te reinigen. Nu kijken we meer richting de industrie, klanten die rechtstreeks leveren aan verpakkers. Die hebben wel de nood om veel meer te reinigen.
Anderzijds kunnen we met de nieuwe machine andere rijafstanden aan. De eerste versie was meer toegespitst op ruggenteelt met een rijafstand van vijftig tot zeventig centimeter. Hier kunnen we tot 38 centimeter gaan, meer richting beddenteelt ook. De markt is dezelfde gebleven maar wij mikken nu op een bijkomend segment.”
ZKIVSE
ZKIVSEstaat voor Zelfrijdende Karlader op vier (IV) rijen met super egelband. Een S in de typering, staat meestal voor tweede versie. Het exemplaar dat wij bekeken, is het derde dat gemaakt wordt. “De andere twee zijn opgestart in Frankrijk en Canada”, aldus Holvoet. “In België is er geen markt voor want de machine is niet gehomologeerd bij ons. België is redelijk specifiek wat betreft gewicht op een enkel wiel”. Toch denkt men bij Dewulf dat er in het buitenland voldoende afzet te behalen valt. Dat moet ook wel want er kruipt toch al gauw vijf manjaar in de ontwikkeling van zo’n machine. “En dat is dan eigenlijk nog
maar een revisie van het vorige model.
Drie jaar geleden is het project gestart. Er werden geen prototypes uitgebracht omdat er enorm veel gekende technologie in zit.” Holvoet stelt dat ze met deze rooier met egelband uniek zijn in de markt doordat het zo’n smalle machine is, minder dan 3,50 meter. “De eerste klant heeft ze gekocht op tekening. Het zijn vaak langdurige klanten die vertrouwen hebben in wat wij doen. De eerste generatie heeft daarin natuurlijk geholpen. Dat creëert vertrouwen.” Ondanks de performante machine werden er van de eerste generatie niet zo heel veel exemplaren verkocht. “We waren misschien wat te vroeg. Eigenlijk zien we pas nu dat de markt er klaar voor is.”
Hét vakblad voor de agrarische loonwerker
Je hebt zojuist een deel van een artikel uit vakblad de Loonwerker gelezen. Ook de mooiste artikelen en reportages thuis op de mat?
Vakblad de Loonwerker behandelt vaktechniek, gebruikerservaringen en visies van fabrikanten en collega’s in terugkerende rubrieken zoals ‘Machine in de kijker’ en ‘Loonwerker in beeld’. Het beschrijft de laatste ontwikkelingen in trends van de sector waarmee het een onmisbaar vakblad is voor de agrarische loonwerker.
Shop direct een jaarabonnement of bekijk alle mogelijkheden via deloonwerker.nl/abonneren.
Vakblad de Loonwerker is een uitgave van Prosu.
Tekst: Seppe Deckx
Beeld: Seppe Deckx en Dewulf