Pim Lenferink melkt samen met zijn ouders (in maatschap), een 140-tal koeien in Vriezenveen (Ov). De koeien worden gemolken in een carrousel (36-stands buitenmelker), en de productie ligt op een 10.500 liter met 4.26 vet en 3.45 eiwit. In het verleden had het bedrijf vaak last van schimmels in de maiskuil. Samen met hun loonwerker vonden ze een oplossing.
Ongeveer de helft van de maiskuilen in Nederland heeft, in meer of mindere mate, last van broei. Broei is erg nadelig voor de kuil. Het beinvloedt de voederwaarde negatief, het voer krijgt een muffe geur waardoor de smakelijkheid van de kuil achteruitgaat en de DS-opname door de koe terugloopt. Zo ook bij Lenferink. “We hadden vaak last van wat broei in de maiskuil, en van schimmelvorming. Met name de blauwe schimmel, bij het optrekken van het plastic kwam deze naar voren.”
Sinds 2017 wordt bij Lenferink door zijn loonwerker (Dekker Agron uit Almelo) daarom standaard inkuilmiddel Pioneer 11A44 broeiremmer toegevoegd aan de maiskuil. “Sindsdien hebben we deze problemen niet meer gehad”.
Wie nu al moet oogsten; opletten voor broei
Door de bank genomen verloopt de conservering van mais meestal voorspoedig. Het is vooral broei en schimmelvorming dat de nodige aandacht vraagt. Zeker ook dit jaar. De afrijping van de mais gaat snel de laatste weken. Helaas zien we door de droogte op de lichtere percelen ook veel (deels) verdroogde mais staan. Op sommige plaatsen in de Achterhoek bijvoorbeeld gaat de eerste mais daardoor nu al de kuil in. Wie nu al moet oogsten, besteed tijdens het inkuilen best de nodige aandacht aan mogelijke broei in de kuil. Verdroogde mais is immers extra broeigevoelig. Arjan Geerets (Pioneer) vertelt: “Het drogere product is moeilijker aan te rijden, waardoor je minder verdichting krijgt in de kuil. Daarnaast bevat de verdroogde mais mogelijk meer suikers, omdat deze niet goed omgezet zijn naar zetmeel in de kolf. Dit in combinatie met te weinig verdichting zorgt voor grote kans op broei.”
Goed inkuilmanagemnet is en blijft daarbij erg belangrijk, dus zorg voor een zo goed mogelijke verdichting, pas een gronddek toe, probeer een ruime voersnelheid aan te houden (liefst > 1,5 meter per week), en werk met een glad snijvlak.
Wat doet een broeiremmer?
Bij broei worden suikers en melkzuur door gisten en schimmels omgezet in koolstofdioxide, water en warmte. Het voer gaat rotten en stinken. Zelfs lichte broei die u niet kunt zien is al nadelig.
Pioneer inkuilmiddel 11A44 maakt per ton ruwvoer 5 tot 8 liter azijnzuur en propionzuur aan en remt daardoor de broei zeer effectief. Bovendien is het middel een enkelvoudige broeiremmer. Dat betekent dat de activiteit geheel gericht is op het belangrijkste: voorkomen van broei.
Broei komt zelden alleen voor
Broei is een gist-activiteit en ontstaat doordat zuurstof tijdens het uitkuilen de kuil indringt. Hierdoor stijgt de temperatuur en ook de pH in dat deel van de kuil. Het zijn deze omstandigheden waar schimmels zich goed kunnen ontwikkelen. M.a.w. als we broei kunnen voorkomen, gaan we ook schimmelvorming tegen.
Meer weten over de Pioneer inkuilmiddelen?
- Broei remmen en schimmels voorkomen
- Maximaal behoud van zetmeel en voederwaarde tijdens bewaring in de kuil