CZAV en Nedato gaan samen aan de slag met het concept Nucrop. Deze vorm van loofdoding past goed in de ICM-strategie van telers en bij het duurzaamheidsprogramma Beter voor Natuur & Boer van Albert Heijn en Nedato.
Wat is Nucrop?
Nucrop is een nieuwe manier van loofdoding zonder chemie. Door middel van geleidende vloeistof en elektrische stroom wordt het loof in één werkgang gedood. Onmiddellijk na de elektrische stroomstoot is het gewas dood. Het is gewasveilige en duurzame manier van loofdoding.
Er is vele jaren onderzoek gedaan naar de optimalisatie van de geleidingsvloeistof en hoeveelheid stroom die nodig is om het loof te doden. Je wilt immers het loofdoden, maar geen gebakken aardappelen hebben. Voor de meeste rassen is dit uitvoerig getest met mooie resultaten als gevolg.
Samenwerking CZAV en Nedato
CZAV en Nedato gaan dit jaar Nucrop op grote schaal inzetten om meer ervaring in de praktijk op te doen. De machine is voor circa 200 ha inzetbaar. Op de Koninklijke Maatschap de Wilhelminapolder (KMWP) wordt er een perceel van 80 ha gedaan en bij Klok in Heenvliet wordt deze machine ook ingezet.
Belangstelling telers
Er is nog ruimte om de machine in te zetten. De machine die gebruikt wordt heeft een werkbreedte van 9 meter en een capaciteit van 2-3 ha/uur. Voor de consumptieteelt volstaat meestal één behandeling om het loof voldoende te laten afsterven. Er zijn over verschillende jaren meerdere proeven gedaan in diverse EU-landen en tot op heden zijn er geen problemen met de kwaliteit waargenomen.
Extra kilo’s met Nucrop
Een chemische behandeling is alsnog goedkoper, maar Nucrop heeft het voordeel dat loofdoding later kan worden ingezet, waardoor er nog wat extra kilo’s kunnen worden gevormd. Daarom zal het financiële verschil waarschijnlijk lager zijn dan eerst gedacht. Daarnaast resulteert Nucrop mogelijk in een betere schilkwaliteit, omdat er sneller en/of vroeger geoogst kan worden.
Beperkte werkbreedte
Het is echter ook goed om bewust te zijn van de nadelen. Zo heeft elektrisch loofdoden een beperkte werkbreedte en daardoor beperkte capaciteit. Er is een relatief zware trekker nodig die door het gewas moet rijden. Dit kan meer groene knollen geven en aangedrukte sporen die het rooien moelijker maken. Daarnaast is het niet onder alle weersomstandigheden toe te passen en is de CO2-voetafdruk minder gunstig.
Bron: CZAV