Na lang aandringen van eerst alleen Nederland en later andere Europese landen, ging afgelopen voorjaar binnen de EU de kogel door de kerk. De Europese Commissie kwam met een conceptvoorstel om het gebruik van Renure-producten, oftewel kunstmestvervangers, toe te staan. Kan de vlag uit of moeten we nog niet te vroeg juichen?
Wat is Renure eigenlijk?
Renure (REcovered Nitrogen from manURE)-meststoffen zijn herwonnen stikstofhoudende meststoffen die afkomstig zijn van dierlijke mest en voldoen aan bepaalde criteria om als kunstmestvervanger te worden gebruikt. Met name is van belang dat de werking en daarmee het risico op nitraatuitspoeling vergelijkbaar is aan die van minerale kunstmest. RENURE-meststoffen worden gezien als een goed middel om de nutriëntenkringloop te sluiten, waardoor de afhankelijkheid van chemische meststoffen wordt verminderd en daarmee de milieu-impact van meststoffen wordt beperkt.
De criteria voor Renure-meststoffen zijn opgesteld door de Europese Commissie en omvatten specificaties zoals een minimaal gehalte aan snel werkende stikstof en lage concentraties verontreinigingen zoals zware metalen en een limiet op bepaalde pathogenen in het product. Deze criteria moeten ervoor zorgen dat Renure-meststoffen effectief zijn voor gebruik als kunstmestvervanger en dat er geen afwenteling is op andere aspecten.
Wat zijn de voordelen van het gebruik van Renure-meststoffen?
Jan Roefs van het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding (NCM) ziet veel voordelen in het gebruik van Renure, zo vertelt hij. “Je stimuleert hergebruik van meststoffen en je verbetert de benutting van nutriënten. Dit geldt voor de Renure zelf, maar ook voor de overige mestproducten die ontstaan bij de productie van Renure. De waterkwaliteit wordt verbeterd en ook het sluiten van kringlopen op kleine schaal wordt veel eenvoudiger”, vertelde Roefs begin mei in het webinar dat het NCM speciaal naar aanleiding van het EU-conceptvoorstel organiseerde.
Bijkomend voordeel is volgens Roefs ook dat de ammoniakemissie door omzetten van dierlijke mest in Renure fors wordt verlaagd. “Wageningen UR heeft bijvoorbeeld geconstateerd dat de ammoniakemissie bij inzet van monomestvergisting plus strippen de emissie op het land met 93 procent daalt. Ook de CO2-voetafdruk ligt lager, zelfs bij de relatief korte transportafstand die je uitspaart. En iedere kilogram stikstof die je niet verliest, moet anders als kunstmest bijgemaakt worden. Renure is een win-win-win voor water, natuur, kringloop en voor de landbouw zelf. Niet voor niets is er een grote steun vanuit de wetenschap en is het een onderwerp waar de Nederlandse politiek en de landbouw al jarenlang eensgezind over zijn”, aldus Roefs.
Kunstmestvervangers in Vlaanderen
Ook in Vlaanderen heeft baat bij kunstmestvervangers. Onderzoeker Energie & Circulaire Economie Inès Verleden van Inagro vertelt dat in Vlaanderen de voorbije jaren sterk is ingezet op onderzoek naar Renure. “Verschillende praktijkcentra hebben veldproeven gedaan waarin Renure-meststoffen werden vergeleken met kunstmestproducten naar opbrengst en naar uitspoeling van stikstof. Dit in samenwerking met onder anderen het Nederlandse NCM en met proefboerderij Rusthoeve uit Colijnsplaat. Door telkens beleidsmakers erbij te betrekken hebben we eraan bijgedragen dat Renure op de politieke agenda kwam.
Flink kosten besparen én stikstof beter benutten
Volgens Verleden kan Renure flink kosten besparen op de mestverwerking en stikstof beter benutten. In Vlaanderen wordt mest die niet op het land wordt gebruikt naar een lokale mestverwerker gebracht. Daar wordt het gescheiden in dunne fractie en dikke fractie. De dikke fractie wordt geëxporteerd. De dunne fractie bevat veel stikstof die na een proces met nitrificatie en denitrificatie de lucht in gaat. “Deze stikstof kan nu, in plaats van te moeten worden verwerkt, gebruikt worden als kunstmestvervanger”, vertelt Verleden.
Het conceptvoorstel vanuit Brussel
Jan Roefs van het NCM noemt de ontwikkelingen vanuit Brussel ontzettend goed nieuws. Hij waarschuwt echter wel dat er nog wat haken en ogen aan zitten. In het conceptvoorstel van de Europese Unie staat dat de mest een verwerkingsstap moet ondergaan waarbij het gehalte minerale stikstof, ureumstikstof of kristalgebonden stikstof moet worden verhoogd ten opzichte van de ingaande mest. Daarbij worden in het voorstel drie uitgaande producten en drie technieken expliciet benoemd:
- Ammoniumzouten – ontstaan door strippen/ scrubben
- Mineralenconcentraat – ontstaan door omgekeerde osmose
- Struviet – ontstaat door toevoegen van magnesium, maar hoe het herwonnen moet worden, is nog niet bekend.
Voor het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding en diverse andere landbouworganisaties zijn de drie genoemde technieken en producten een heikel punt. Er zijn namelijk meer technieken die aan de criteria uit het SAFEMANURE-onderzoek voldoen. SAFEMANURE is geïnitieerd door de Europese Commissie en ligt aan de basis van de toelating van Renure-meststoffen.
Samenstelling van Renure-meststoffen
Voor wat betreft de samenstelling van de producten vraagt de EU om een consistente kwaliteit. Daarbij moet de stikstof in het product voor minimaal 90 procent uit minerale stikstof bestaan of de verhouding tussen koolstof en stikstof in het product moet kleiner of gelijk zijn dan 3. De producten moeten meer dan drie procent stikstof per kilogram drogestof bevatten. Er mag maximaal 300 milligram per kilogram drogestof koper in het product zitten en maximaal 800 milligram zink.
Voor Renure geldt ook dat er eisen zijn voor ziekteverwekkers. Zo mag er geen salmonella in het product zitten en gelden er maximumwaardes voor E. Coli en enterococcen. In de consultatieronde die volgde na bekendmaking van het conceptvoorstel, was dit laatste voor veel landbouworganisaties een heikel punt. Er zal dan namelijk een extra bewerkingsslag nodig zijn om de producten aan de EU-voorwaarden te laten voldoen.
Consistentie van producten
De lidstaten moeten de consistentie van de producten waarborgen en de producten moeten de juiste documentatie hebben, zodat duidelijk is welke nutriënten erin zitten. Voor toepassing van Renure stelt Brussel een limiet van maximaal honderd kilogram stikstof uit Renure per hectare per jaar. Wat de NCM betreft zou deze limiet van tafel moeten. “Het risico op nitraatuitspoeling is gelijk of minder dan bij minerale kunstmest. Ons voorstel is om Renure te beschouwen als minerale meststof als het gaat om gebruiksnorm”, aldus Roefs.
Tekst en beeld: Gerben Hofman