Het droge jaar 2018 laat zijn sporen na. Nog steeds heeft ons land te maken met een flink neerslagtekort en de droogte is zelfs erger dan in de winter van 1976-1977. Gemiddeld over heel Nederland is sinds april 2018 121 mm minder neerslag gevallen dan verdampt. Normaal is er in deze tijd van het jaar een overschot van 171 mm. Met droog en vrij zonnig weer in het vooruitzicht wordt het neerslagtekort alleen maar groter.
Het neerslagtekort is niet in heel Nederland precies hetzelfde. Zo is de droogte in het zuiden, zuidoosten en oosten veel ernstiger dan in bijvoorbeeld het Groene Hart. Op dit moment heerst in het Limburgse Arcen nog steeds een neerslagtekort van maar liefst 260 mm! Rotterdam heeft een neerslagoverschot van ongeveer 20 mm. Het neerslagtekort of -overschot wordt bepaald vanaf april, omdat dan het groeiseizoen begint. In de Maasstad is dus van april 2018 tot nu 20 mm meer neerslag gevallen dan verdampt.
Dat het neerslagtekort in het binnenland veel groter is dan in het westen heeft enkele redenen. Zo was het in het zuiden, zuidoosten en oosten vorig jaar veel warmer dan in het westen en scheen de zon vaker. Hierdoor was de verdamping veel groter. Ook viel in het binnenland minder neerslag dan in het westen.
Snel ernstige droogte
Op dit moment zijn er nog weinig problemen door de droogte. De bovenste laag van de bodem is namelijk nog vrij vochtig van de afgelopen maanden en planten groeien nog nauwelijks. Toch kunnen bij aanhoudende droogte in maart en april al snel ernstige problemen ontstaan. De zon wordt namelijk steeds krachtiger en planten beginnen met hun wortels steeds meer water te onttrekken. Daardoor raakt het vocht in de bovenste bodemlaag op en zijn planten aangewezen op het grondwater.
Vanwege het grote neerslagtekort staat het grondwaterpeil juist veel lager dan normaal. Omdat het water dieper zit dan gebruikelijk zullen veel planten moeite hebben om water te vinden. Dat effect is vooral te merken op de zandgronden in het zuiden, zuidoosten en oosten. Van nature stroomt water uit deze gebieden weg en daardoor is deze regio afhankelijk van regenwater.
Voldoende smeltwater uit Alpen
In het laaggelegen westen is zelfs in tijden van droogte voldoende water te vinden. Dat komt doordat het land onder zeeniveau ligt, maar ook omdat we een uitstekend waterbeheer hebben. Bij droogte wordt namelijk extra veel zoet water uit de rivieren, maar ook uit het IJssel- en Markermeer door de polders gespoeld. Hierdoor blijft het water in de sloten op peil, kunnen planten nog makkelijk water vinden en blijft opdringend zout water weg.
Wanneer het water in de rivieren laag staat wordt de droogte ook in het westen nijpend. Gelukkig is er deze winter meer dan voldoende sneeuw gevallen in de Alpen. Het smeltwater van de Alpensneeuw stroomt komende maanden naar Nederland, wat voor hoge rivierstanden zal zorgen. De kans op droogteperikelen is in de laagste delen van Nederland dan ook klein.
Bron: WeerOnline