Aardappeltelers verwachten in de komende maanden een financiële schadepost van 160 à 200 miljoen euro door het plotseling resteren van een voorraad van circa 1 miljoen ton fritesaardappelen. Dit zorgt bij met name telers die gespecialiseerd zijn in de lange bewaring van aardappelen voor ernstige financiële problemen.
Verzoek aardappelketen
BO Akkerbouw overlegt samen met haar leden LTO Nederland, NAV, NAO en VAVI met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de ontstane situatie. Het verzoek van de aardappelketen aan het ministerie is om te ondersteunen bij het uit de markt halen en afvoeren van de voorraad aardappelen.
Pootgoedsector, teelt, handel en verwerkende industrie
De Nederlandse aardappelketen bestaat uit de pootgoedsector, de teelt, de handel en de verwerkende industrieën. De Nederlandse akkerbouw produceert jaarlijks circa 4 miljoen ton consumptieaardappelen, die voor het overgrote gedeelte bestemd zijn voor de verwerkende (frites)industrie. Het gaat om aardappelrassen met specifieke eigenschappen die in de meeste gevallen niet geschikt zijn voor consumenten om zelf te bereiden. De producten van de industrie worden wereldwijd afgezet via de retail aan consumenten en ten behoeve van de horeca. De horeca (nationaal en internationaal) vertegenwoordigt circa 80% van de totale afzet van de aardappelverwerkende industrie. Juist de horeca is zwaar getroffen door de uitbraak van het Coronavirus. Afhankelijk van het type aardappelproduct is inmiddels 60 tot 90% van de vraag in de afgelopen twee weken plotseling weggevallen.
1,5 ton fritesaardappelen in bewaring
Op dit moment ligt er bij gespecialiseerde aardappeltelers verspreid over Nederland circa 1,5 miljoen ton fritesaardappelen van oogst 2019 in de bewaring. Telers zijn zeer bezorgd over de vraag in hoeverre zij deze aardappelen nog kunnen leveren en daarmee te gelde kunnen maken. Geraamd wordt dat dit seizoen nog 1/3 van de huidige voorraad aardappelen kan worden verwerkt. Dit betekent dat voor een voorraad van 1 miljoen ton geen afzet kan worden gevonden. De niet te verwerken voorraad fritesaardappelen vertegenwoordigt een waarde van 160 tot 200 miljoen euro. Alle schakels in de keten lijden schade door de ontstane situatie, maar dit komt in het bijzonder zwaar op de schouders van telers terecht. Het gaat daarbij vooral om telers die gespecialiseerd zijn in de lange bewaring van aardappelen en vaak hun volledige oogst nog in bewaring hebben. Zij kijken aan tegen zware verliezen en tegen een acuut knelpunt in liquiditeit in de komende periode.
Fysiek knelpunt
De Nederlandse aardappelketen heeft naast een financieel knelpunt ook een fysiek knelpunt: telers dienen de resterende voorraad aan aardappelen verantwoord af te voeren. Ook dit schaadt de economische positie van Nederlandse aardappeltelers, die hiervoor aanvullende kosten zullen moeten maken. Gezien de grote omvang van de resterende voorraad zal er niet één route zijn voor afvoer. Mogelijke aanwendingen zoals diervoerder, vergisting, of voedselbanken kunnen elk slechts beperkt bijdragen aan het wegwerken van de ontstane voorraad.
De sector overlegt sinds deze week op dagelijkse basis met het ministerie van LNV over oplossingen voor de ontstane situatie. Aangezien de kosten in de keten en de druk bij aardappeltelers elke dag toenemen, dringt de sector aan op het zo spoedig mogelijk nemen van maatregelen.
Bron: BO Akkerbouw