Vroegtijdig inzicht in de mogelijke ontwikkeling van muizenuitbraken in combinatie met hogere waterpeilen en bevloeiing. Dat lijkt de meest effectieve aanpak om schade als gevolg van muizenuitbraken te beheersen. Dat blijkt uit het rapport “muizenuitbraken in 2019-2020 in beeld” dat 14 mei is gepresenteerd. Het rapport is opgesteld in opdracht van LTO Noord, Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân door ecologisch adviesbureau Altenburg en Wymenga.
Muizenuitbraak Fryslân
In het voorjaar van 2019 werden landbouwgebieden in grote delen van Fryslân getroffen door een flinke muizenuitbraak die pas begin 2020 tot een eind kwam. Ook in 2018 was er overlast van muizen. De uitbraken leidden tot schade aan landbouwpercelen en verminderde grasopbrengsten waardoor boeren ruwvoer moesten inkopen, land moesten doorzaaien of opnieuw inzaaien.
Bevloeien en hoge waterpeilen
De onderzoekers zochten naar mogelijkheden om de effecten van muizenuitbraken te dempen. Hier blijkt bevloeien in combinatie met hoge waterpeilen het meest effectief. Timing en samenwerking met buren en het Wetterskip is hierbij van groot belang. Afgesproken is dat LTO Noord een draaiboek opstelt om de opgedane kennis in de praktijk te brengen in aanloop naar een eventuele volgende uitbraak.
Muizenmonitor
Inzicht in de ontwikkeling van muizenpopulatie helpt om tijdig op de juiste locaties maatregelen te nemen. Gelijktijdig met het rapport is daarom het digitale informatieplatform de ‘muizenmonitor’ gelanceerd. Door een combinatie van satellietbeelden en toetsingen door boeren met een app is de ontwikkeling van de muizenpopulatie beter te volgen. De boer krijgt hierdoor sneller inzicht en kan eerder ingrijpen.
Gecoördineerde aanpak
De resultaten van het onderzoek bieden handvatten voor individuele boeren en ondersteunt de gedachte dat een meer gecoördineerde aanpak van een volgende plaag meerwaarde heeft. Ook nader onderzoek naar aanpassingen in de waterhuishouding en verbeterde aanvoer van water wordt aanbevolen.
Toekomstige muizenuitbraken
Ondertussen zijn muizenuitbraken een terugkerend fenomeen. Boeren moeten er serieus rekening mee houden dat een volgende uitbraak zich over een jaar of drie á vier aankondigt. Met de adviezen uit het rapport is het wellicht mogelijk het signaleren van het begin van de uitbraak beter te organiseren en aansluitend ook de bestrijding effectiever te laten zijn.
Bron: LTO Noord