Jarco van Houweling (29) uit Genderen (Noord-Brabant) focust zich als loonwerker op het aanleggen van drainage, diepploegen, kilveren en dozeren. Doel: de grond van akkerbouwers in topconditie brengen. De waterhuishouding moet in orde zijn. Dat is tegenwoordig met periodes van overvloedig regenwater, droogte en de huidige regelgeving met beperkingen in bemesting een hele uitdaging. Van Houweling heeft zich hierin gespecialiseerd.
In het land van Heusden en Altena, Bommelerwaard, Beesd en de Zevenbergsche hoek (West-Brabant) treft Van Houweling veel plaatgronden aan. Er bevindt zich een pakket klei in de bodem en daar zit een hele plaat zand in. Daar gaat het met de waterhuishouding mis. Van Houweling probeert dat in samenwerking met een pool van zes flexibele arbeidskrachten te doorbreken met een diepploeg. Het draineren en dozeren gebeurt op alle gronden. Met een John Deere-rupstrekker en Wifo lasergestuurde sleufloze draineermachine die de diepte regelt, gaat hij aan de slag. “Voordat de gewassen de grond in gaan leg ik drainageslangen in de grond. Dit gebeurt ook vaak na de teelt. De trekker rijdt op gps kaarsrecht, de laser staat op statief. De ontvanger regelt de verticale hoogteregeling. Dat is vrij uniek. De John Deere trekker die over een vermogen van 370 pk beschikt kan op het signaal van de laser reageren.
Hefinrichting regelt hoogte draineermachine
De hefinrichting van de trekker regelt daarmee de hoogte van de draineermachine. Er zit een sensor op voor het horizontale gedeelte. In procenten kan deze nog bijgezet worden. Wanneer de bodem erg hard of juist erg zacht is en de draineersleuf wil slecht de grond in, kan ik hem nog wat voor- of achterover bijstellen. Normaliter wordt dat met twee ontvangers geregeld. Ik heb voor een ontvanger en een sensor gekozen voor de diepteregeling van de draineermachine. Hierdoor heeft de rupstrekker wat aanpassingen. Zo bevindt zich nog een cilinder tussen de hefinrichting in. Dus als de machine er achter hangt, kan ik hem ook vlak zetten. Ik wilde per se met een rupstrekker dit werk uitvoeren. Deze trekker beschikt over een traploze transmissie. Daardoor hoef je als je gaat versnellen niet te schakelen waardoor je geen schokjes krijgt met versnellen. Schokjes zijn nadelig voor het aanleggen van de drain.
Daarom hebben we gekozen voor de rupstrekker. Een rupstrekker heeft geen last van knikjes in de grond zoals een wieltrekker. Dankzij de lange brede rups loopt de rupstrekker vlak. Deze zakt niet in zijn banden zoals een wieltrekker doet. In mijn ogen kan je met een rupstrekker veel netter werk afleveren.”
Drainagemachine regelt het zelf
“De drainageslang van zestig of tachtig centimeter diameter, leggen wij op ongeveer tachtig centimeter en één meter diepte en meestal om de zes of acht meter. Hij loopt iets af richting de sloot. Dat neerleggen en aflopen gebeurt automatisch. De trekker rijdt op gps en recht. Ik druk op het beeldscherm in de cabine op automaat. Vervolgens regelt de drainagemachine het verder allemaal zelf. Wanneer ik bijvoorbeeld over een bultje rij, blijft hij op dezelfde diepte werken. Zodra er maar één millimeter afwijking is, regelt hij hem al bij.
Bij een wieltrekker heb je veel meer speling. Op de millimeter nauwkeurig kun je precies de drainageslang neerleggen. De trekker communiceert zeer goed met de Wifo gedragen sleufloze drainagemachine. In vergelijking met een zelfrijdende drainagemachine ben je veel flexibeler. Het is een lichte combinatie. Ik kan kleine en grote percelen doen en tevens in paardenbakken drainageslangen leggen. Je kan de trekker ook voor andere doeleinden gebruiken. Omdat de sleufloze drainagemachine in de driepuntshef hangt, kan ik hem zo makkelijk eraf halen.
Wanneer ik bij een veehouder in het land drainage moet leggen, kunnen – nadat ik ben geweest – de koeien zo het land weer in. Als een akkerbouwer wil zaaien kan hij – nadat ik in het land ben geweest – gelijk aan de gang. Het is één systeem. Een zelfrijder met een V-ploeg tilt de grond op, de slang gaat eronder en legt het weer neer. Een nadeel van een V-ploeg en van een kettinggraver is dat de grond gaat verzakken. Bij deze Wifo-drainagemachine blijft de grondlaag intact doordat er slechts één poot doorheen gaat. Je hebt geen last van nazakking.”
Dozeren en kilveren is dé oplossing
Wanneer je een goede waterhuishouding in je percelen wilt, of een grote oppervlakte wilt egaliseren is dozeren en kilveren volgens Van Houweling dé oplossing. “Met een dozer- en kilverbak plus een trekker kun je grond verplaatsen. Een perceel wat vlak is of beschikt over een goed afschot heeft geen last van natte plekken of plassen die blijven staan. Ik maak gebruik van een Bos dozer- en kilverbak die samen met de John Deere rupstrekker door middel van gps wordt aangestuurd. De combinatie beschikt over veel trekkracht en is goed voor de bodemstructuur.
Het voordeel is dat er wordt gewerkt op basis van een vooraf gemaakt ontwerp. Dit ontwerp maak ik met behulp van een John Deere T3RRA landvormingssoftware. Hiermee kun je een perceel goed inrichten. Als eerste meet ik een perceel in met de Rhino-ATV (soort grote quad, red.). Dan meet ik de bestaande hoogtes in. Vervolgens maak ik met behulp van een designprogramma en naar de wens van de klant een uitvoeringsplan. Dat bespreek ik met de klant. Om de afvoer van het water richting de sloot goed te laten lopen, leg ik het perceel in een afschot naar een sloot, met bijvoorbeeld een dakprofiel of misschien wil de klant het perceel wel helemaal vlak hebben. Dat bepaalt uiteindelijk de klant.”
Vul- en snijkaart
“Er komt vervolgens een plan en we maken een vul- en snijkaart. De blauwe kleur in de kaart betekent wat gevuld moet worden, groen hoeft niets aan te gebeuren en rood geeft aan wat er nog voor grond af moet worden gehaald. Je kan dan precies zien hoeveel kuubs grond je moet verschuiven. Met dat ontwerp ga ik naar de klant en laat de huidige en nieuwe situatie in een kaartje zien. Het mooie is dat ik een nep-regenbuitje kan simuleren. De klant kan op het kaartje precies zien waar het water naar toe loopt. Van het werk dat ik tot nu toe doe is zo’n zeventig procent zeeklei, twintig procent is rivierklei en de overige tien is puur zand. Je moet wel uitkijken voor structuurschade van de grond.
Met name bij klei, bij zand is dat minder aan de orde. Ik wil mij onderscheiden door capaciteit en vakmanschap. Dat zit met de John Deere rupstrekker en 370 pk vermogen wel goed. De hydrauliek moet voldoende gevoeligheid hebben. Als de gps verandert moet hij daar vlot op reageren. Ook het leeg schuiven van zand en grond uit de dozerbak moet vlot gebeuren. Stabiliteit is een belangrijk punt.”
Grond opknappen is in
“Bij sommige klanten heb ik te maken met plaatgronden. Dat zijn kleigronden van minder dan tachtig centimeter dikte met daaronder puur zand. Om dat te mengen en te doorbreken ben ik met regelmaat met de Ermo-diepploeg onderweg. Het is een groot rister die diep de grond in gaat. Het andere rister gooit de teeltlaag onderin. Het zand komt weer boven en schuiven we in een gat. Wat we naderhand doen, is diepspitten. De klei mengen we met het zand. Daardoor wordt de bewortelbare diepte veel groter en kunnen de wortels veel dichter bij het grondwater. Dat is belangrijk als het droog is. Bovendien kun je een plaatgrond niet schuiven, anders schuif je op de hogere stukken de teeltlaag van klei weg en houd je alleen de schrale zandgrond over. Op zo’n manier proberen we de percelen op te knappen zonder dat de grond verschraalt. Dat is het doel.
Afhankelijk van de grond ploegen we gevarieerd tussen de vijftig en negentig centimeter diep. We maken eerst profielgaten met de grondboor of kraanmachine. Dan weten we waar de klei, of zand zit. De teler doet al eerder onderzoek en is altijd met de grond bezig. We merken dat er steeds meer agrariërs zijn die hun grond willen opknappen. Zeker op posities waar dat niet vanzelfsprekend is, gaat men tegenwoordig toch meer in mogelijkheden denken om die grond voor hun bedrijf te winnen.”
“Bij mijn bedrijf zit de groei er goed in. Met name omdat ik mij in het verbeteren van de grond heb gespecialiseerd. Alle werkzaamheden komen voort uit mond-tot-mond reclame. Ik merk wel dat er de laatste jaren veel meer naar de bodem wordt gekeken. Door de vaker voorkomende extreme weersomstandigheden, wet- en regelgeving verandert er veel voor de boeren. Voor een goede opbrengst van je gewas moet de bodem tiptop in orde zijn. Dat is de basis en die grond moet je liefdevol behandelen.”
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst: Annelies Bakker
Beeld: Loonbedrijf van Houwelingen en Annelies Bakker