Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) is van plan in te grijpen in de toelatingen van middelen voor het bestrijden van ratten en muizen op basis van acht werkzame stoffen.
Het gaat om middelen op basis van brodifacoum, bromadiolon, chloorfacinon, coumatetralyl, difenacoum, difethialon, flocoumafen en cholecalciferol of combinaties daarvan. De reden voor deze maatregel is dat de middelen zeer hoge risico’s voor het milieu met zich meebrengen. Het gaat daarbij om doorvergiftiging naar bijvoorbeeld roofvogels en naar zoogdieren die muizen en ratten eten. Ook zijn de stoffen moeilijk tot zeer moeilijk afbreekbaar.
Alleen professioneel gebruik
Het college wil dat vanaf 1 januari 2023 middelen op basis van deze stoffen alleen nog gebruikt mogen worden door opgeleide professionele gebruikers die werken voor gecertificeerde bedrijven en instellingen. Ook agrariërs moeten gecertificeerd zijn om de middelen op het bedrijf te mogen gebruiken.
Stapsgewijze bestrijdingsmethode
Professionele gebruikers moeten opgeleid zijn in Integraal Plaagdier Management (IPM). Dat is een stapsgewijze bestrijdingsmethode: eerst wordt gewerkt aan het wegnemen van voedsel en schuilplaatsen en met niet-chemische bestrijdingsmethoden, als laatste kunnen chemische bestrijdingsmiddelen worden ingezet.
Samenvattend: per 1 januari 2023 moeten professionele gebruikers gecertificeerd zijn en conform IPM werken bij het toepassen van deze middelen.
Overgangstermijn
Gedurende een overgangstermijn mogen oude verpakkingen waarop de nieuwe regels nog niet staan, nog zijn verkocht tot 29 juni 2023. Deze oude verpakkingen mogen nog gebruikt zijn tot 26 december 2023. Particulieren mogen in de overgangstermijn de middelen nog gebruiken, maar na 26 december 2023 niet meer.
Bron: Ctgb