Door de intensieve teeltbewerking is de bouwvoor op de akkerbouwpercelen rondom Lelystad behoorlijk verdicht. De percelen van het gezinsbedrijf Van Renselaar, gemiddeld 40 tot 45 procent afslibbare zeeklei, worden daarom gediepploegd. De bodem is namelijk hard toe aan een ‘grote onderhoudsbeurt’, vinden Henk en Ineke, zoon Martin en dochter Gea van Renselaar.
Voor de omwenteling van alle percelen op het bedrijf – met een akkerbouwareaal van honderdtwintig hectare is een vierjarenplan opgesteld. Per teeltjaar is één kavel van dertig hectare intensief gekeerd met de diepploeg en opnieuw gedraineerd. Een hogere bodemvruchtbaarheid, een betere waterberging, minder droogtegevoeligheid, een lichtere bewerkbaarheid in het voorjaar en gemakkelijker, sneller en schoner oogsten in het najaar liggen als beloning in het verschiet.
“Na veertig jaar telen met ons bouwplan van graan, suikerbieten, aardappel, uien en wortelen, merken wij ieder jaar dat de bewerkbaarheid van de percelen afneemt. Ondanks aandacht voor een optimale grondbewerking of het combineren van werkgangen om de bodem te sparen. Tegelijk trekken we er hard aan het organische stofgehalte van zo’n drie-en-een-halve procent in stand te houden. Dit doen we met organische bemesting, groenbemesters en stro hakselen in plaats van dit af te voeren. Toch ervaren we een afnemende bodemvruchtbaarheid en toenemende droogtegevoeligheid. De vaak lastige oogstomstandigheden in de herfst helpen ook niet mee om de bodemstructuur te verbeteren”, vertelt Henk van Renselaar.
Humusrijke grond boven ploegen
Zodra de hakselaar de wintergerst eind juni als Corn Cob Mix (CCM) van het ‘diep-te-ploegen’ perceelblok heeft geoogst, start Loonbedrijf Van Werven met het graven van acht profielkuilen om de ploegstrategie te bepalen. Uit de analyses van de putten blijkt dat in de laag van veertig tot honderdtwintig centimeter onder het maaiveld ‘de mooie grond’ zit. Ook de meeste organische stof bevindt zich onderin die laag. Het zand zit op een diepte van honderdnegentig centimeter. Besloten is om de ploegdiepte op honderdtwintig centimeter in te stellen en te gaan ploegen met twee trekkers. Dat is nodig om voldoende snelheid te kunnen opbouwen (tien tot twaalf kilometer per uur) om de humusrijke laag met gemiddeld 8,5 procent effectieve organische stof goed naar boven te ploegen. Daar vormt het de nieuwe bouwvoor van pakweg veertig centimeter diepte met een afslibbaarheid van 25 procent. Van Werven adviseert om de tochtwal, die wat hoger ligt, vooraf te egaliseren zodat overal de juiste ploegdiepte is behaald.
Ploegafstelling
Voor iedere tien centimeter ploegdiepte heeft Van Werven een andere tweeschaar diepploeg in het magazijn staan. Het afstellen daarvan is zorgvuldig vakwerk dat aandacht en concentratie vergt. Op ieder perceel zijn de grondlagen verschillend en de twee ploeglichamen ploegen tegelijkertijd in verschillende grondlagen op verschillende diepte.
Het achterste ploeglichaam ploegt tot halverwege de ploegdiepte en werpt de oude bouwvoor onderin de voor die het voorste ploeglichaam op honderdtwintig centimeter heeft uitgeploegd. Het voorste ploeglichaam ploegt juist de onderste laag van zestig centimeter helemaal naar boven. Bij de achterste ploeg moet zijn vermeden dat brokken van de oude bouwvoor in de bovenste vijftig tot zestig centimeter terechtkomen en dat de ploegvoor loodrecht op het maaiveld staat, zodat de voorste diepploeg de onderlaag goed en volledig naar boven kan ploegen. De snelheid moet dusdanig zijn dat de meest humusrijke grond uit de onderste laag bovenop in de bouwvoor belandt. De ploegcapaciteit bedraagt – na afstellen – zo’n vier-en-een-half tot vijf hectare per dag. Er wordt alleen bij droog weer geploegd. De maand juli is daarvoor de ideale maand.
Egaliseren, draineren, inzaaien
Na het diepploegen wordt de nieuwe bouwvoor geëgaliseerd door twee keer overdwars te culteren. Na het opnieuw draineren, wordt er in augustus gele mosterd als groenbemester ingezaaid. De diepe wortels brengen weer structuur in de bodem door de bodemlagen aan elkaar te verbinden. In het voorjaar worden dan zomergerst en suikerbieten ingezaaid, ook diepwortelende gewassen.
Ervaringen teeltjaar 2021
Op het perceelblok dat zomer 2020 is gediepploegd, staan medio juli de zomergerst en de suikerbieten er goed op. De bieten hebben al een goedgevormde wortel en staan gepland voor vroege levering half september. Van Renselaar heeft ervaren dat hij dit voorjaar eerder en makkelijker kon inzaaien en heeft een snelle groei gezien wat duidt op een goede mineralisatie in de bodem. Ook trekken de percelen sneller droog. Naar verwachting kan hij eerder oogsten met minder tarra en prima opbrengst behalen. Deze zomer is er aan water weinig gebrek geweest maar de ‘nieuwe bodem’ is naar verwachting beter bestand tegen droogte door de capillaire werking en kan ook meer water bergen in een natte periode.
Terugverdientijd
De Van Renselaars hebben becijferd dat de investering van circa 2.250 euro per hectare voor het ploegen, egaliseren en draineren in zeven jaar is terugverdiend. Uitgangspunt daarbij is de gemiddelde hectaremarge, gebaseerd op de gemiddelde productprijzen over de afgelopen jaren. Ze rekenen op gemiddeld vijftien procent aan meeropbrengsten in alle gewassen op de nieuwe grond. Lagere mechanisatiekosten en minder brandstofkosten zijn ook meegenomen in het rekensommetje. Ook de samenstelling van het machinepark verandert door de verschuiving van de grondbewerking van het najaar naar het voorjaar toe. Zo is er een minder zware hoofdtrekker nodig, kunnen ze toe met een lichtere inschuurlijn, maar hebben ze wel op korte termijn een (eco) voorjaarsploeg voor bovenover ploegen en een frontfrees voor het poten in één werkgang nodig.
Nieuwe toekomst opties
Op de langere termijn geeft de grondverbetering aan de jongere generatie de mogelijkheid om nieuwe keuzes te maken over de inrichting van het bedrijf. Zoals het overschakelen naar biologisch, het het verhuren van land of om duurzamer te gaan telen door te extensiveren naar bijvoorbeeld een 1-op-5 of een 1-op-6 rotatie voor een bouwplan met gezonde opbrengsten en voldoende inkomsten. Zo is het boeren ook met een tweede baan elders te combineren. “Meer uit de grond halen op een makkelijker manier met minder arbeid, dat is ook een belangrijke doelstelling geweest”, besluit Van Renselaar.
Fotoreportage van A tot Z
Tekst: Jan Geert Vedelaar
Beeld: Henk van Renselaar, Jan Geert Vedelaar